Bij het samenstellen van een keuken dringen heel veel keuzes zich op. Werkblad, spoeltafel, toestellen, dampkap, kranen, eiland of niet, … Ook over hoe je gaat koken moet worden nagedacht. We belichten op de volgende pagina’s koken met inductie.
Inductie is een natuurkundig verschijnsel waarbij over een geleider een elektrische spanning wordt opgewekt als deze geleider zich bevindt in een veranderend magnetisch veld of als de geleider in een magnetisch veld beweegt. Op dit principe zijn bijvoorbeeld transformatoren en generatoren gebaseerd. Michael Faraday wordt aanzien als de ‘ontdekker’ van dit fenomeen terwijl William Stanley Jr. aanzien wordt als de stamvader van koken op inductie. Gaan we door middel van een in het voorwerp geïnduceerde elektrische stroom een elektrisch geleidend voorwerp verhitten, dan spreken we van inductieverhitting. Koken met inductie is hiervan de bekendste toepassing.
Natuurkunde in de keuken om een lekkere maaltijd te bereiden. Onder het mooie uiterlijk van een inductiekookplaat bevindt zich een heel systeem om netspanning om te zetten in de warmte die nodig is om potten en pannen op te warmen. Elektrische spoelen die net als de kookplaat zelf horizontaal liggen, zetten de netspanning om in een spanning met een andere frequentie. Dit zorgt voor een wisselstroom met dezelfde frequentie en tegelijkertijd ook een verticaal magnetisch veld. De wisselwerking van deze twee doet een wervelstroom ontstaan die door de bodem van de pan of de kookpot loopt en die door de weerstand van de bodem omgezet wordt in warmte. Enkel de pan of kookpot wordt verwarmd, niet de hele kookplaat. Weinig energie gaat verloren.
Koken op inductie wordt populairder en populairder, een populariteit die heel makkelijk uit te leggen valt wanneer we enkele voordelen bekijken. Hierboven reeds genoemd: bij deze manier van koken gaat weinig energie verloren. Pas bij het inschakelen van de kookplaat wordt elektriciteit gevraagd, deze wordt aangewend om de pannen en potten te verhitten. Niet meer dan nodig is en niet langer dan nodig is. Bij het uitschakelen van de kookplaat is het meteen gedaan met energie verbruiken. De efficiëntie ligt ook hoger, zo blijkt uit een eenvoudig testje dat iedereen kan doen. Water koken gebeurt sneller op een inductiekookplaat dan op bijvoorbeeld een gasfornuis. Koken op inductie wordt ook algemeen aanzien als een veilige manier van koken. Uiteraard worden de potten en de pannen warm en ook de kookplaat bereikt een hoge temperatuur. Maar wordt de kookplaat uitgeschakeld, dan koelt ze relatief snel weer af. Een bijkomende veiligheidsfunctie kan zijn dat de kookplaat zelf een inschatting maakt of er daadwerkelijk een pan of pot boven een spoel staat. Door te meten of er voldoende energie wordt opgenomen, kan dat vastgesteld worden. Is dat niet zo, kan een apparaat zichzelf uitschakelen. Opgelet: deze functie is niet standaard opgenomen in de beschikbare features.
Fabrikanten dekken meestal de inductiekookplaten af met een hittebestendige glaskeramische plaat die bovendien makkelijk te onderhouden is.
Niet alle potten en pannen zijn geschikt. Wie kiest voor een inductiekookplaat of bijvoorbeeld overschakelt van bijvoorbeeld een gasfornuis naar een inductiekookplaat dient meteen ook nieuwe potten en pannen te kopen. Een optimale warmtegeleiding moet worden bereikt. De bodem moet magnetiseerbaar zijn en liefst dik genoeg zodat de opgewekte warmte goed kan worden verdeeld. Inductiepotten en –pannen dus. Een eenvoudige test kan je al goed op weg zetten om in te schatten of een pan geschikt is voor gebruik op een inductiekookplaat. Enkel een sterke magneet is nodig. Blijft de magneet aan de bodem van de pan kleven, dan is deze magnetiseerbaar en werkt ze op inductie. Blijft ze niet kleven, dan werkt de pan niet of niet efficiënt genoeg. Fabrikanten van potten en pannen voorzien tegenwoordig een speciaal symbool op de potten en pannen zelf waardoor meteen duidelijk wordt dat ze geschikt zijn voor inductie.