De wind in de zeilen

De terugkeer naar de vertrouwde periode in het voorjaar en de aangepaste formule hebben Batibouw geen windeieren gelegd. De organisatoren telden een flink aantal bezoekers en noteerden na afloop positieve feedback van zowel exposanten als bezoekers.

Het was toch even bang afwachten hoe de exposanten en de bezoekers zouden reageren op deze nieuwe editie van Batibouw, de eerste ‘normale’ na de uitdagende covidedities: 2020 was de editie vlak voor de lockdowns met toch al wat spanning rond het nog onbekende virus, 2021 was de online editie en in 2022 moest dan worden uitgesteld naar de maand mei. Terug naar normaal dus. De organisatoren besloten wel in te grijpen wat betreft het aantal dagen beurs. Vorig jaar konden we nog negen dagen ‘Batibouwen’, dit jaar werd geopteerd om naar zes dagen te gaan. Bovendien introduceerden de organisatoren verschillende nieuwe initiatieven rond specifieke (en actuele) thema’s. Het resultaat: een duidelijke stijging van het aantal bezoekers, van 116.000 vorig jaar naar bijna 158.000 bezoekers dit jaar.

Het was de weken en maanden voor Batibouw niet uit de actualiteit weg te slaan: de stijgende energieprijzen, met verschillende oorzaken, hielden vele mensen in een wurggreep en deden hen (eindelijk) nadenken over hoe energie kon worden bespaard. Al snel werd 2023 uitgeroepen tot het jaar van de energiezuinige renovaties met de bijbehorende opsommingen van ingrepen die mogelijk waren. Maar ook de getuigenissen van mensen die hun verwarming simpelweg enkele graden minder zetten, kwamen tevoorschijn. Het is dan ook niet toevallig dat de inspiratiezone Energy Solutions, volledig gewijd aan energie-efficiëntie, een schot in de roos was en mocht rekenen op veel bijval. En dat ook duurzaamheid een hot item is en blijft, mocht blijken uit de vele zeer gerichte vragen van bezoekers aan tal van exposanten. Bovendien gaf Batibouw zelf het goede voorbeeld met enkele ingrepen: de kortere duurtijd van de beurs, de verwarming van de paleizen enkele graden lager, geen algemene verlichting meer maar wel een uitgekiend lichtconcept zodat bezoekers en exposanten hetzelfde comfort behouden… De exposanten toonden (uiteraard) hun oplossingen inzake duurzaamheid en energie-efficiëntie maar gingen ook zelf aan de slag rond deze thematiek, zoals bijvoorbeeld bij de standenbouw waarbij volop gekozen werd voor duurzame en/of herbruikbare materialen. 

Paleis 11 wordt door velen onder ons ook wel het Keukenpaleis genoemd. De organisatie behield deze link en verzamelde de keukenexposanten als vanouds in Paleis 11. Centraal bouwden de organisatoren de Kitchen Experience-zone op. “In een nog grotere zone dan vorig jaar geven we enkele fabrikanten letterlijk alle ruimte”, horen we. “Beko, Samsung en Miele verbazen de bezoekers met hun keukeninnovaties en laten hen ook meegenieten van enkele demonstraties. Een voorproefje van de keuken van morgen? Denk maar aan keukentoestellen die design, technologie en functionaliteit combineren: interactieve kookplaten, toestellen met afstandsbediening, slimme ovens… Connected met ons dagelijks leven.” We merkten vanaf het eerste moment op dag 1 dat het Keukenpaleis de nodige aantrekkingskracht uitoefende en zagen dan ook veel geïnteresseerde bezoekers de Kitchen Experience en de stands rondom aandachtig bezoeken. Nog maar eens het bewijs dat de keuken is uitgegroeid tot het paradepaardje en het controlecentrum van elke woning.

Een positieve relance van Batibouw betekent meteen zekerheid dat ook in 2024 een nieuwe editie zal plaatsvinden. Meteen bij het sluiten van de deuren dit jaar toverde de organisatie dan ook de data van Batibouw 2024 tevoorschijn. Noteer bij wijze van zeer vroege save the date alvast 20 tot en met 25 februari 2024 in je agenda. Philippe Lhomme, voorzitter van Fisa, besluit: “Het succes van de beurs dit jaar belooft veel goeds voor de editie in 2024. Fisa zal als organisator van de beurs in dialoog gaan met de exposanten. Ik ben er bovendien van overtuigd dat sommige exposanten die dit jaar helaas afwezig waren, er in 2024 opnieuw bij zullen zijn.”